woensdag 2 februari 2011

Discussiepanel, deel 1: Dutch Design en mode

Geen fasterclasses, shows en/of presentaties, maar een opname van twee discussierondes. Vodafone en AIFW ontwikkelde de Vodafone Creative Corner. Op de sfeervolle set gingen de genodigde discussieleden op zoek naar kansen en knelpunten in de mode. De eerste stelling: 'Dutch Design' is internationaal op cultureel gebied een bekend begrip, hoe kan het dat de Nederlandse mode hier buiten valt?

De diverse modekenners en onderzoekers die aanwezig waren: Antoine Peters, Manon Klaver, Kai van Hasselt, Aynouk Tan, Renny Ramakers, Edwin van Wijngaarden, José Teunissen en Carlo Wijnands.
Dany Jacobs, moderator van de discussie trapte af met de vraag, hoe de term Dutch Design is ontstaan en discussieerden de kenners over de landelijke organisatie en de Nederlandse mode-identiteit.

Kaas, klompen én fashion
“De term 'Dutch Design' is eigenlijk ontstaan door de Italiaanse pers. Eigenlijk kwam Nederland op de markt met Droog Design en de internationale pers pikte dit op als 'Dutch Design', legde oprichtster Renny Ramakers van Droog Design uit. “Net zoals gebeurde bij de ‘6 van Antwerpen’”, stelde onderzoekster Manon Klaver van mode in steden voorzichtig. "Bij Nederlanders blijkt het lastiger een Nederlandse noemer te krijgen”, haalde hoogleraar Dany Jacobs kritisch aan. “Nederland staat eigenlijk nog steeds bekend om kaas, klompen en klederdracht. De enige ontwerpers die echte een Nederlandse mode-identiteit hebben neergezet zijn eigenlijk Viktor en Rolf”, gaf professor José Teunissen aan. Tan was van mening dat er weinig echte mode is in Nederland: “De meeste maken mode, in plaats van mode te zijn”.

Textielindustrie naar mode-initiatieven
“Juist tijdens de internationale Fashion Weeks probeert elk land zijn eigen handschrift neer te zetten. En zo zijn we tegelijk allemaal op zoek, naar overeenkomsten in mode. Is het cultuur? Is het design?”, bewees Teunissen zelf. "Van oorsprong komen wij uit een cultuur met een eigen textielindustrie”, sprak fashion consultant Carlo Wijnands. Ondanks dat de textielindustrie eind jaren 90 verdween, rijzen de mode-initiatieven nog steeds de pan uit. Organisaties als Dutch Fashion Foundation, Arnhem Mode Biënnale en Amsterdam International Fashion Week tonen allemaal Nederlands talent.

Damastweverij Textielmuseum

Deze versnippering maakt het helaas moeilijk een Nederlandse mode-identiteit neer te zetten. Het blijkt ook anders te kunnen. Als voorbeeld namen de discussieleden het Belgische modesysteem: “België is gestimuleerd en gefinancierd vanuit de overheid. In de jaren 80 investeerde de overheid 150 miljoen in de mode”, aldus José. “Naar mijn idee heeft België gewoon een betere markt”, meende stedelijk strateeg Kai van Hasselt. Niet alle discussieleden bleken het hiermee eens, desalniettemin staat België goed op de modekaart.

Marcus Spaapen

Belang van modekennis
“Het feit blijft echter, dat slechts 1% van de ontwerpers internationaal bekend wordt”, stelde Dany Jacobs simpelweg. “Ja, maar 90% vindt zijn weg in de industrie”, verduidelijkte Teunissen. “De meeste ontwerpers komen niet verder dan de catwalk”, haalde Edwin van Wijngaarden van Just B aan. De hamvraag blijft, hoe kan dit? Dit probleem blijkt deels bij academies te liggen. “Beheersen van het modevak en aansluiting vinden met de industrie is heel belangrijk”, benadrukte modeontwerper Antoine Peters. De meeste ontwerpers hebben de kennis niet. Het productieproces, de kostprijsberekening, dit leer je alleen in de praktijk.

Antoine Peters - 'ONE ...... ' F/W 0708

Een stille revolutie
“Het is tijd voor nieuwe wegen en andere modellen. Het hele idee, dat er elk half jaar een modecollectie wordt geproduceerd, heeft niks te maken met realiteit”, verduidelijkte lector professor Teunissen stellig. “Een collectie heeft tegenwoordig maar een houdbaarheidsdatum van 3 maanden”, stelde Van Wijngaarden. Is het dan nog design? “'Dutch Design' heeft een heel ander mechanisme. Een vaas is houdbaar, kleding niet”, gaf Ramakers aan. En het onderwerp duurzaamheid kwam hiermee ter sprake. Jacobs bewaarde dit onderwerp voor de tweede discussieronde met het andere panel!

Iris van Herpen

Time for change
Ook bleek volgens alle leden de oude weg, een doodlopende weg. "Het is een waste of money. Er zijn genoeg andere manieren van produceren en Nederland kan hier een voorlopersrol in krijgen! Hier liggen echt mogelijkheden”, opperde journaliste Aynouk Tan. En alle beaamden deze opinie: “Er zijn zoveel initiatieven. Steek de koppen bij elkaar en zet een overkoepelende organisatie op, zoals ‘British Fashion Council’. “Een paar onafhankelijke partijen zouden kunnen financieren en een infrastructuur kunnen opzetten”, gaf Teunissen enthousiast aan. Daarmee is het ook mogelijk, desgewenst een Nederlandse mode-identiteit neer te zetten. Dat hier partijen mee bezig zijn, bleek uit de woorden van Klaver en Wijnands. Allicht komt er een overkoepelend initiatief. Of dit werkelijk zo is, zal de toekomst uitwijzen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten